Rare creaturen
Van het nabije West-Vlaanderen naar het Verre Oosten. Al van in de oudheid was India en omstreken een wonderland, dat zogezegd bevolkt was door allerlei rare creaturen: mensen met hondenkoppen, schaduwvoeters van wie hun één grote voet ook als parasol dienstdeed, staartmensen, grijsgeborenen, zestientenigen enz. enz. Deze wonderlijke fantasiewezens kwamen doorgaans al uit de koker van Oudgriekse ‘reisauteurs’ die ze zogezegd allemaal ter plekke hadden gezien. Velen van hen zaten dit gewoon thuis te verzinnen. Hun mirabilia bleven zowat tweeduizend jaar lang hun bizarre opwachting maken, ook in de meest ernstige en gezaghebbende geschriften, zoals de encyclopedie De natura rerum van de dominicaan Thomas Cantimpré uit de 13de eeuw. Je ziet ze vaak afgebeeld in de marge van wereldkaarten. Reeds de gezaghebbende, maar dus ook goedgelovige kerkvader Augustinus zag dergelijke rariteiten al als een bewijs van Gods oneindige scheppingskracht.